EU-fondsen te over voor Cariben, maar drempel is hoog

Den Haag – De Caribische delen van het Koninkrijk benutten lang niet alle mogelijkheden om in aanmerking te komen voor financiële steun uit de 20 fondsen van de Europese Unie die openstaan voor de eilanden.

Oorzaak zijn te weinig kennis over en bekendheid met EU-fondsen, de uitvoeringskracht (vaardigheden zoals het schrijven van voorstellen, implementeren van projecten en beperkte samenwerking tussen de LGO’s), de voor kleine overheden complexe procedures van de Europese Unie en ook de formele drempels zoals een verplichte samenwerkingspartner of de vereiste van co-financiering, schrijft staatssecretaris Van Huffelen vandaag aan de Tweede Kamer.

De bewindsvrouw wijst op de aanstelling eerder dit jaar van Edison Rijna als speciaal gezant voor Caribisch Nederland voor EU-fondsen, VN-fondsen en economische betrekkingen met Latijns-Amerika benoemd. “Vanwege de autonome status van Aruba, Curaçao en Sint Maarten is de gezant door mij aangesteld voor Caribisch Nederland. Indien de landen dit kenbaar maken, kan het gezantschap ook door de landen worden aangewend”, aldus Van Huffelen.

Het gezantschap meldde begin deze maand een eerste succes: de toelating van Bonaire, Sint Eustatius en Saba tot het EU-project ’30 for 2030’.